Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5118

Datum uitspraak2008-11-11
Datum gepubliceerd2008-11-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers97370 / KG ZA 08-284
Statusgepubliceerd


Indicatie

Misbruik van omstandigheden door eigenaar chaletpark. Binnen 24 uur toegangspas deblokkeren en nutsvoorzieningen herstellen.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 97370 / KG ZA 08-284 datum vonnis: 11 november 2008 (z) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: X, wonende te Enschede, eiser, advocaat: mr. L. Bezoen, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y, gevestigd te Haaksbergen, gedaagde in persoon Het procesverloop Eiser heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 28 oktober 2008. Ter zitting zijn verschenen: Eiser, vergezeld door mr. L. Bezoen en de directeur van gedaagde, vergezeld door de heer Ph.A.F. van der Veen, die door gedaagde gevolmachtigd is ter terechtzitting namens haar het woord te voeren. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing 1. In deze zaak staat het navolgende vast. - Eiser heeft op 20 augustus 2001 het chalet met nummer 26a, gelegen op Z. aan de Markslagweg 1 te Buurse gekocht van Q. - Geen van de bij de koop van het chalet betrokken partijen heeft voor of bij het sluiten van de koopovereenkomst haar of zijn algemene voorwaarden van toepassing verklaard. - De plaats alwaar het chalet gesitueerd is, werd in eerste instantie ter beschikking gesteld door de heer Z, h.o.d.n. Z. De activiteiten van deze eenmanszaak zijn volgens de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met ingang van 31 mei 2007 overgedragen aan gedaagde. - Voor de overeengekomen plaats brengt gedaagde staangeld in rekening. Daarnaast worden aan eiser de kosten van gas, elektriciteit, water, riool en toeristenbelasting in rekening gebracht. -Voor de staanplaats is tussen eiser en de directeur van gedaagde geen schriftelijke overeenkomst tot gebruik overeengekomen. - Het chalet is inmiddels diverse malen onderwerp (geweest) van een tussen partijen bestaand geschil. - Begin juni 2007 is tussen partijen onenigheid ontstaan over het gebruik van het chalet door derden, alsmede over de staat van onderhoud van het chalet. - Thans heeft Y besloten de toevoer van de nutsvoorzieningen naar het chalet af te sluiten alsmede de toegangssleutel (voorzien van een chip) tot het chaletpark te blokkeren. Ook worden derden die eiser tot zijn chalet wil toelaten, van het chaletpark geweerd. 2. Het standpunt van eiser: Eiser vraagt de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen om binnen twee uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis de toegangssleutel tot het chaletpark te deblokkeren, alsmede de nutsvoorzieningen naar het chalet te herstellen en gedeblokkeerd en hersteld te houden, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom ter grootte van € 10.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, in gebreke blijft met tenuitvoerlegging van deze verplichting, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter geraden voorkomt, met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding, zomede met voorwaardelijke veroordeling van gedaagde in de wettelijke rente over de uit te spreken kostenveroordeling, indien en voor zover betaling van de proceskosten-veroordeling niet binnen twee dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden. Eiser heeft op 13 februari 2007 aangifte gedaan van diefstal van plusminus 100 grindtegels. Voor deze diefstal is nooit iemand als verdachte aangemerkt. Wel heeft dit er mede toe geleid dat eiser het chalet minder vaak onbeheerd wil laten, alsmede daarop zelf door derden toezicht laat houden. Dat toezicht wordt door gedaagde onterecht uitgelegd als permanente verhuur (zonder instemming). Voorts heeft tussen partijen een geschil bestaan over het onderhoud van het chalet. Voor het verrichten van onderhoud, waaronder het schoonmaken van de buitenkant van het chalet, het opruimen van takken, bladeren en onkruid en het schoonmaken van de bestrating, bood de directeur van gedaagde een onderhoudsservice aan ten bedrage van € 150,= inclusief omzetbelasting. Op dit aanbod is eiser op 8 april 2007 ingegaan met het verzoek het onderhoud in de week van 16 tot en met 20 april 2007 te laten plaatsvinden. De directeur van gedaagde is echter met de uitvoering van de service in gebreke gebleven. Eiser heeft daarop het onderhoud zelf moeten (laten) verrichten. Bij brief van 3 mei 2007 heeft eiser gedaagde ter zake in gebreke gesteld. In die brief heeft eiser tevens aankondiging gedaan van het gebruik van het chalet door derden. Begin juni 2007 is over dat gebruik door derden tussen partijen onenigheid ontstaan, alsmede over de staat van onderhoud van het chalet. Het conflict tussen partijen heeft er zelfs toe geleid dat derden aan wie door eiser opdracht is gegeven voor het onderhoud van het chalet zorg te dragen, door gedaagde van het terrein worden geweerd. Van deze misstanden heeft eiser gedaagde op 17 augustus 2007 schriftelijk in kennis gesteld. Dat zulks niet een incident betrof wijst de brief van eiser van 19 februari 2008 zonder meer uit. Gedaagde stelt op grond van haar algemene voorwaarden gerechtigd te zijn tot het blokkeren van de toegangssleutel tot het park en de toevoer van de nutsvoorzieningen naar het chalet af te sluiten. Gedaagde stelt ook dat eiser zonder haar toestemming het chalet ter beschikking stelt aan derden. Eiser betwist echter de rechtmatigheid van het handelen van gedaagde. Enerzijds vanwege het feit dat de algemene voorwaarden waarop gedaagde zich beroept niet op genoemde mondelinge overeenkomst van toepassing zijn en anderzijds nu van onaangekondigde alsmede permanente “verhuur” geen sprake is. Er bestaat tussen partijen geen schriftelijke overeenkomst waarop door de wederpartij haar algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Eiser heeft de toepasselijkheid van deze voorwaarden niet aanvaard. Wegens het ontbreken van wilsovereenstemming acht eiser zich dan ook niet aan deze voorwaarden gebonden. Eiser betwist uitdrukkelijk de gelding van voorwaarden (achteraf) te hebben aanvaard. De algemene voorwaarden moeten voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand worden gesteld. De terhandstelling mag nooit plaatsvinden na het tot stand komen van de wilsovereenstemming. Genoemde voorwaarden missen dan ook toepassing, dan wel zijn deze vernietigbaar indien en voor zover aanvaarding wordt aangenomen. Van alle chaleteigenaren is misschien wel de helft niet met de algemene voorwaarden van gedaagde akkoord gegaan. Eiser is van mening dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid door gedaagde, ook al is gedaagde eigenaar van (de grond van) het chaletpark. Eiser betwist de verschuldigdheid van het door gedaagde gevorderde en niet inzichtelijk gemaakte overnachtingtarief van tenminste € 900,=. Indien en voor zover door eiser enig nachttarief verschuldigd is, stelt eiser dat zulks reeds door gedaagde bij hem in rekening is gebracht en door eiser is voldaan. Eiser lapt de normale huisregels van het park uit 2001 niet aan zijn laars. Alle gewone rekeningen van gedaagde worden door eiser keurig voldaan. Eiser wordt thans geschaad in het gemiste genot van het chalet. Ook ontstaat onder meer schade aan de voedselwaren door de afsluiting van de stroomvoorziening. Gedaagde kan in alle redelijkheid niet tot uitoefening van haar bevoegdheden komen in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad. Eiser is zelfs van mening dat het misbruik door gedaagde een onrechtmatige daad oplevert, nu gedaagde haar bevoegdheid jegens eiser te ver heeft doorgevoerd. Gedaagde is dan ook gehouden de daaruit voortvloeiende schade te vergoeden. Ondanks sommatie weigert gedaagde eiser de toegang en weigert zij de aansluiting van de nutsvoorzieningen te herstellen. Eiser heeft een spoedeisend belang bij het verzochte. Eiser lijdt door het handelen van gedaagde schade. Eiser probeert deze schade zoveel mogelijk te beperken. Eiser heeft dan ook recht en belang bij een zo spoedig mogelijk herstel van de ten onrechte door gedaagde in het leven geroepen situatie. 3. Het standpunt van gedaagde: Gedaagde concludeert tot afwijzing van het door eiser bij dagvaarding verzochte. In reactie op de schriftelijke sommatie van de raadsman van eiser d.d. 25 september 2008 betwist gedaagde het daarbij gestelde. Gedaagde wenst van eiser het overnachtingtarief ad tenminste € 900,= te ontvangen. Eiser probeert daar onderuit te komen. Eiser haalt toeristenbelasting en overnachtingtarief door elkaar. Mede omwille van de veiligheid wil het park graag weten welke derden als bezoekers op het park vertoeven en in welke woningen zij verblijven. Hetgeen eiser wil, lost bovendien het probleem en de rechtsverhoudingen niet op. De verbintenis met eiser dateert al vanaf 2001. Eiser is directeur van een eigen bedrijf. Hij zou dus moeten begrijpen dat een bedrijf regels hanteert. Er is geprobeerd de zaak in der minne te regelen, maar dat is niet gelukt. Gedaagde heeft ingebrekestelling en verzuim aan de zijde van eiser geconstateerd. Het chaletpark bestaat thans 20 jaar. Er zijn 145 huiseigenaren en eiser is de enige waar gedaagde problemen mee heeft. Het probleem zit er in dat eiser de eigendom en de algemene voorwaarden van gedaagde niet accepteert. Hetzelfde systeem van (recon-)voorwaarden wordt ook op alle andere campings en chaletparken gehanteerd. Dat is mede een instrument om parken te beschermen. Het gaat gedaagde niet om het geld, maar voornamelijk is van belang dat de huiseigenaren zich aan de regels houden. Omdat eiser geen vertrouwen had in de dienstverlening door gedaagde, heeft gedaagde zich van het onderhoud aan en rond het chalet van eiser teruggetrokken. Van alle chaleteigenaren is 90% met de algemene voorwaarden van gedaagde akkoord gegaan. 4. De voorzieningenrechter zal de vordering van eiser toewijzen. Daartoe dienen de volgende overwegingen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is het handelen van gedaagde richting eiser onrechtmatig en het riekt zelfs naar (ontoelaatbare) eigenrichting. Gedaagde maakt misbruik van zijn bevoegdheden. Het belang van eiser moet zwaarder wegen dan het (vermeende) belang van gedaagde. Eiser behoort door gedaagde weer in het genot van zijn chalet te worden gesteld, in die zin dat de toegangssleutel tot het park behoort te worden gedeblokkeerd en de nutsvoorzieningen van het chalet zullen worden hersteld. Onweersproken is dat tussen eiser en de directeur van gedaagde in 2001 een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen. De rechtsopvolger van het eenmansbedrijf van de directeur van gedaagde, schotelt de chaleteigenaren in 2007 algemene voorwaarden voor en is van mening dat die voorwaarden vanaf dat moment van toepassing zijn. Het is nog maar de vraag of deze algemene voorwaarden ook voor eiser gelden, nu deze de voorwaarden niet heeft geaccepteerd. De voorzieningenrechter meent vooralsnog van niet. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de verzochte tijdsduur van twee uur, waarbinnen gedaagde de toegangssleutel tot het chaletpark dient te deblokkeren en de nutsvoorzieningen moet hebben hersteld, te kort is en hij zal die tijdsduur daarom vaststellen op 24 uur. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om aan de gevorderde dwangsom het hierna te melden maximum te stellen, zowel per dag als totaal. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld. Eiser vordert wettelijke rente over de proceskosten. Gedaagde is echter pas wettelijke rente verschuldigd over de proceskosten vanaf datum verzuim. Verzuim treedt in na ingebrekestelling of na het verstrijken van een fatale termijn. De rechtbank zal een termijn van twee weken bepalen voor betaling van de proceskosten en beslissen dat de wettelijke rente over de proceskosten pas is verschuldigd wanneer betaling binnen deze termijn uitblijft. De beslissing De voorzieningenrechter: I. Veroordeelt gedaagde om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de toegangssleutel tot het chaletpark te deblokkeren, alsmede de nutsvoorzieningen naar het chalet van eiser te herstellen alsmede gedeblokkeerd en hersteld te houden, zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom ter grootte van € 5.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat gedaagde, na betekening van dit vonnis, in gebreke blijft met tenuitvoerlegging van deze verplichting, zulks met een maximum van € 100.000,=. II. Veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiser begroot op € 339,44 aan verschotten en € 527,= aan salaris van de advocaat, met de bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na dagtekening van dit vonnis zijn betaald, gedaagde daarover de wettelijke rente is verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening. III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. IV. Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Inden, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 november 2008, in tegenwoordigheid van Zomer, griffier.